woensdag 19 november 2008

VIES VENTJE


Het overkomt mij regelmatig dat ik mensen van vroeger, bijvoorbeeld oud-collega’s, tegenkom die mij vragen: “en, hoe is het met je boek?” Ik kan mij meestal niet herinneren tegenover hen ooit over mijn schrijfwerk gesproken te hebben. Zo heeft mijn studie ‘Onderwijs is niet om te lachen!’ uit 2004 een bescheiden cultstatus, juist omdat het niet officieel is gepubliceerd, ik er wel eens presentaties over heb gehouden en soms door mensen uit de onderwijswereld ben benaderd voor literaire citaten over het onderwijs. Ik ben het onderzoek nu aan het actualiseren.
Onlangs vroeg een (vrouwelijke) ambtenaar mij om een exemplaar van het onderzoek Zij was zeer ontsteld door de vele schuttingwoorden en had ineens een heel ander beeld van mij. Ze keek mij aan met ogen die zeiden “dat had ik nou nooit van jou verwacht! Dat vind jij zeker wel lekker, boeken lezen met smerige taal erin! Wat doe jij eigenlijk allemaal in het archiefdepot (waar ik regelmatig moet zijn), als niemand je ziet? Jasses, wat een vies ventje ben jij eigenlijk!”
De vrouwelijke collega doelde op het citaat ‘Onderwijs was als een permanente coïtus interruptus, vandaar alle frustraties’, Paul de Vaan, uit diens roman ‘Rijksscholengemeenschap Rietstad (1981). Paul de Vaan (pseudoniem van J.P. Naeff, 1926-1988) was naast schrijver ook rector aan het Rijnlands Lyceum in Oegstgeest, en sloot zijn loopbaan af als coördinerend inspecteur Voortgezet Onderwijs.
Ook de vele passages waarin het woord ‘impotent’ wordt genoemd, wekten de ‘bibbers’ bij de vrouwelijke collega (veel Nederlandse mannelijke lerarenpersonages in onderwijsverhalen ‘maken niets meer klaar’).

Een vriendin die ik mijn werk liet lezen merkte op: “jij schrijft vrouwonvriendelijk!” Honderdvijftig bladzijden zonder aanstootgevende passages, en een paar alinea’s waarin het hoofdpersonage zijn dominante vriendin van zich af poogt te houden , en het oordeel is geveld!
Een vriend zei na lezing: “de seks is in jouw verhaal nooit leuk!”
In mijn verhaal komt amper seks voor!
Mensen die het verhaal lezen van iemand die zij kennen, vullen bij het lezen zaken in die niets met het verhaal te maken hebben, maar met de persoon die het heeft geschreven. Dat is, denk ik, onvermijdelijk; ik betrap mezelf er ook wel eens op.
Ook erg: uitgesproken associaties, naar aanleiding van je gedicht, zonder op het gedicht zelf in te gaan (ook daaraan maak ik mij zelf wel eens schuldig)

Zonder invloed blijft het niet.
Wat intrigeert is haar hand
die naar haar haren vlucht als ik naar haar kijk

Pas wanneer ik bijna voorbij haar kamer ben
Roept ze mij binnen en geef ik haar ruggespraak

De vrouwelijke arts zei: je moet haar op de proef stellen
Zeg eens wat liefs en kijk wat het oproept:
Verliefde vrouwen krijgen vollere billen.

Aldus luidt een van mijn gedichten, eens voorgedragen in klein gezelschap van vrouwen. ‘Dikke’ pret bij de dames: nou, dan ben ik zeker mijn hele leven al verliefd!

Geen opmerkingen: